Op welke wijze zijn de drie vormen van politiële samenwerking geïmplementeerd in drie landen, wat leert dat ons over mogelijkheden bij implementatie van rechtsinstrumenten inzake politiële samenwerking en in hoeverre kan Nederland hiermee de eigen implementatie verbeteren? De beantwoording van deze vraagstelling kan naar mening van beide auteurs bijdragen aan het verbeteren en het verdiepen van politiële samenwerking in het verband van de Europese Unie. Het verschaft inzicht in het functioneren van het belangrijkste sturingsmechanisme waarover de unie beschikt voor het tot stand brengen van de Europese rechtsruimte, namelijk het stellen van voorschriften die implementatie behoeven. Dit inzicht kan voor Nederland als participant in de strafrechtelijke samenwerking in meer opzichten nuttig zijn.